Gemeente bestrijdt vandalisme in Sterrebeek met kunst

Op voorstel van gemeenteraadslid Tom De Vits gaat de gemeente vandalisme aanpakken met graffiti-kunstwerken. In eerste instantie zal de zijmuur van de kantine van KOVC Sterrebeek onder handen genomen worden.  

Enkele openbare plaatsen in de gemeente worden met de regelmaat van de klok geviseerd door vandalen die er muren bekladden met graffiti, met hoge kosten voor de gemeente om alles te herstellen als gevolg.

Vooral het vandalisme aan de zijkant van de kantine van voetbalclub KOVC Sterrebeek is storend. “Bovendien heeft het vandalisme een negatieve uitstraling op het aanliggende skatepark, het voetbalveld en de bezoekende ploegen, tennisclub het Zeen en Jeugdhuis Tonzent. Door de centrale ligging in het Zeen worden de vele bezoekers onmiddellijk geconfronteerd met vandalisme en dat kan niet het beeld zijn dat een ontmoetingsplaats uitdraagt”, zegt De Vits.

Duurzame oplossing in samenwerking met inwoners

De gemeente wil het vandalisme dan ook op een duurzame manier aanpakken. “Het vandalisme heeft een negatieve uitstraling op de buurt en draagt bij tot een onveiligheidsgevoel. Daarom zal de achterkant van de kantine voorzien worden van graffitikunst. In verschillende Vlaamse gemeenten heeft men dit recept reeds succesvol toegepast en het vandalisme kunnen terugdringen”.

Hoe dit concreet zal gebeuren moet nog bekeken worden. We denken bijvoorbeeld aan kunstscholen, maar ook een samenwerking met de Zaventemse scholen en  (jeugd)verenigingen, jeugdhuizen en omwonenden zal worden bestudeerd. Op die manier geven we, conform het principe van de participatieve democratie, onze inwoners én onze jeugd meer inspraak in de gemeente en brengen we een alternatieve en toegankelijke vorm van kunst dichter bij de mensen.

“In eerste plaats gaat het om het vandalisme in het Zeen”, zegt De Vits, die benadrukt dat het een gefaseerde aanpak betreft: “Je kan het beschouwen als een soort proefproject. Indien gewenst moeten we de mogelijkheden voor andere vandalisme-gevoelige plaatsen in de toekomst durven onderzoeken.”