U bent hier
Moet groene long in Nossegem wijken voor bouwproject?
N-VA gemeenteraadsleden Tom De Vits en Luk Vander Elst stellen zich vragen bij de plannen van de meerderheid om op termijn de groene zone achter de schapenweide in Nossegem te verkavelen. “Dit staat haaks op hun aankondigingspolitiek voor meer groen.”
“De ruimtelijke uitvoeringsplannen werden reeds vorige legislatuur opgemaakt, toen we mee in het bestuur zaten. Uiteraard kunnen we ons dan ook vinden in de geest van de plannen”, zegt voormalig schepen van openbare werken Luk Vander Elst (N-VA). “Maar bij de invulling van sommige gebieden hebben we onze vragen. In Nossegem bijvoorbeeld wil men de groene zone achter de schapenweide tegenover de Colruyt inruilen voor een woonwijk.”
Deur moet op slot
De meerderheid wil de bestemming van het gebied wijzigen zodat er op termijn een verkaveling in de plaats kan komen, maar benadrukte tijdens de gemeenteraad dat er momenteel geen concrete bouwplannen zijn. “Er zijn twee mogelijkheden”, zegt gemeenteraadslid Tom De Vits (N-VA). “Ofwel bescherm je de groene zone die er vandaag is en ga je die verankeren in je wetgeving. Ofwel zet je de deur open om de bomen te kappen en kies je voor een volgebouwde verkaveling. Helaas kiezen VLD en CD&V voor de tweede optie. Onbegrijpelijk. Als je niet wil dat een deur open gaat moet je ze niet op een kier zetten, maar moet je ze net op slot doen”, zegt De Vits.
Meerderheid valt door de mand
De uitleg dat er op die manier aan kwaliteitsvolle verdichting kan gedaan worden noemen de Nossegemse N-VA-gemeenteraadsleden een flauw excuus. “Verdichten moet je doen op de geschikte plaatsen, maar een groenzone opofferen is allerminst de juiste manier. Wat baat de aankoop van gronden elders in de gemeente om ze om te zetten in speelbossen als er enkele honderden meters verder tal van waardevolle bomen gekapt worden? Als het deze meerderheid écht menens is om de groen en open ruimte te beschermen, dan kan ze niet anders dan de plannen wijzigen. Doet ze dat niet, dan valt ze nu reeds door de mand”, besluiten De Vits en Vander Elst.